Startpagina » theorieën » 4 Veelgestelde vragen over de wetenschap van de liefde

    4 Veelgestelde vragen over de wetenschap van de liefde

    In het verleden was er aanzienlijke controverse rond de wetenschappelijke studie van liefde. Veel mensen beschouwen liefde als mysterieus en niet-kwantificeerbaar. Hier zijn vier veelgestelde vragen over de rol van liefde in de psychologie.

    1. Hoe verschilt de studie van liefde van andere onderwerpen?

    Tijdens de jaren '70 gaf een Amerikaanse senator William Proxmire aan de psycholoog Elaine Hatfield wat hij 'de Golden Fleece Award' noemde. In wezen beschuldigde hij haar van het verspillen van belastingbetaler dollars aan nutteloos onderzoek naar liefde. In die tijd waren veel mensen het met hem eens.

    Sindsdien heeft onderzoek naar liefde ertoe bijgedragen dat we de opvoeding, het onderwijs en de ontwikkeling van het kind hebben veranderd. Er is veel variatie in hoe liefde wordt bestudeerd. Harry Harlow's beroemde gehechtheidsexperimenten omvatten het ontnemen van babyapen van alle sociale contacten, wat aantoonde hoe verwoestend een gebrek aan liefde kan zijn voor een normale ontwikkeling. Tegenwoordig gebruiken de meeste liefdesonderzoekers zelfrapportage-onderzoeken om informatie te verzamelen over attitudes, percepties en reacties op liefde.

    2. Welk Liefdesmodel op de meeste mensen wordt geaccepteerd?

    Misschien is het bekendste model van vandaag de Driehoekstheorie van de Liefde van Sternberg. De reden dat deze theorie veel aandacht krijgt, is dat het veel van de elementen uit eerdere theorieën over liefde combineert. Volgens Sternberg zijn er drie essentiële elementen van liefde: intimiteit, passie en toewijding.

    Een relatie die op slechts één van deze elementen is gebaseerd, wordt over het algemeen als zwak beschouwd, terwijl een relatie die op twee of meer elementen is gebaseerd, veel duurzamer is. Een combinatie van passie en intimiteit zou bijvoorbeeld zijn waar Sternberg naar verwijst als 'gepassioneerde liefde'. Een combinatie van intimiteit, passie en toewijding vormt wat bekend staat als 'volmaakte liefde'.

    3. Zijn er studies over ouder-kind liefde voor toekomstige romantische relaties?

    Ja. Er is recent nogal wat onderzoek op dit gebied geweest. Traditioneel geloof heeft gesuggereerd dat ouder-kindrelaties weliswaar een belangrijke basis vormen voor toekomstige relatiestijlen, maar dat de vroegste relaties tussen ouders en kinderen niet noodzakelijkerwijs bepalen hoe een persoon zich in een volwassen relatie zal gedragen. Echter, recent onderzoek heeft aangetoond dat het verband tussen onze vroegste liefdesrelaties en volwassen relaties mogelijk sterker is dan eerder werd gedacht.

    Veel onderzoeken hebben aangetoond dat personen die in de kindertijd als veilig gehecht worden beschouwd opgroeien om gezondere en langdurige relaties met volwassenen te hebben. Onderzoek heeft echter ook consequent aangetoond dat mensen slechte hechting in hun jeugd kunnen overwinnen om als volwassenen volwassen romantische relaties te ontwikkelen.

    4. Hebben mensen soms hulp nodig met liefde?

    Een van de meest voorkomende beoordelingen door artsen en therapeuten wordt een 'Algemene beoordeling van de werking' genoemd. Deze beoordeling is bedoeld om alle aspecten van het leven van een persoon te bekijken om te zien hoe goed het individu functioneert. Liefde valt onder de paraplu van sociaal functioneren. Problemen met liefde en interpersoonlijke relaties kunnen een indicator zijn van grote problemen, dus de meeste professionals nemen deze informatie zeer serieus. De meeste artsen en psychologen zijn het erover eens dat problemen met liefdesrelaties een ernstige medische aandoening zijn die om een ​​of andere vorm van interventie vraagt.

    Eén soort therapie die wordt gebruikt om te helpen bij interpersoonlijke problemen zoals liefde, is interpersoonlijke therapie, die zich richt op gehechtheid en het oplossen van problemen met interpersoonlijke relaties. Het is een kortdurende therapie gebaseerd op de overtuiging dat problemen in ons interpersoonlijke leven zich kunnen manifesteren in psychische stoornissen en symptomen zoals depressie.