Startpagina » theorieën » 5 Psychologische theorieën over liefde

    5 Psychologische theorieën over liefde

    Waarom worden mensen verliefd? Waarom zijn sommige vormen van liefde zo blijvend en andere zo vluchtig? Psychologen en onderzoekers hebben verschillende theorieën over liefde voorgesteld om uit te leggen hoe liefde ontstaat en blijft bestaan.

    Liefde is een fundamentele menselijke emotie, maar begrijpen hoe en waarom het gebeurt, is niet per se eenvoudig. Sterker nog, gedurende lange tijd hebben veel mensen gesuggereerd dat liefde gewoon iets te primordiaal, mysterieus en spiritueel was voor de wetenschap om ooit volledig te begrijpen.

    De volgende zijn vier van de belangrijkste theorieën die zijn voorgesteld om liefde en andere emotionele gehechtheden te verklaren.

    Liken versus liefhebben

    Psycholoog Zick Rubin stelde voor dat romantische liefde bestaat uit drie elementen:

    1. gehechtheid
    2. Caring
    3. vertrouwelijkheid

    Rubin geloofde dat we soms een grote hoeveelheid waardering en bewondering voor anderen ervaren. We vinden het leuk om tijd met hen door te brengen en willen om hen heen zijn, maar dit hoeft niet noodzakelijk als liefde te worden gekwalificeerd. In plaats daarvan noemde Rubin dit 'liking'.

    Liefde daarentegen is veel dieper, intenser en omvat een sterk verlangen naar fysieke intimiteit en contact. Mensen die "in like" zijn, genieten van elkaars gezelschap, terwijl degenen die "verliefd zijn" net zo veel om de behoeften van de ander geven als zij hun eigen.

    Bijlage is de noodzaak om zorg, goedkeuring en fysiek contact met de ander te ontvangen. Zorgen houdt in dat je de behoeften en het geluk van de ander even belangrijk vindt als die van jezelf. Intimiteit verwijst naar het delen van gedachten, verlangens en gevoelens met de andere persoon.

    Op basis van deze definitie bedacht Rubin een vragenlijst om de houding ten opzichte van anderen te beoordelen en ontdekte dat deze schalen van lust en liefde steun gaven aan zijn opvatting van liefde.

    Compassionate vs. Passionate Love

    Volgens psycholoog Elaine Hatfield en haar collega's zijn er twee basistypen van liefde:

    1. Compassionate liefde
    2. Gepassioneerde liefde

    Compassionate liefde wordt gekenmerkt door wederzijds respect, verbondenheid, affectie en vertrouwen. Compassionate liefde ontwikkelt zich meestal uit gevoelens van wederzijds begrip en gedeeld respect voor elkaar.

    Gepassioneerde liefde wordt gekenmerkt door intense emoties, seksuele aantrekking, angst en genegenheid. Wanneer deze intense emoties worden beantwoord, voelen mensen zich opgetogen en vervuld. Ongepluisde liefde leidt tot gevoelens van wanhoop en wanhoop. Hatfield suggereert dat gepassioneerde liefde van voorbijgaande aard is, meestal tussen 6 en 30 maanden.

    Hatfield suggereert ook dat gepassioneerde liefde ontstaat wanneer culturele verwachtingen het verliefd worden aanmoedigen, wanneer de persoon je vooropgezette ideeën van een ideale liefde ontmoet, en wanneer je een verhoogde lichamelijke opwinding ervaart in de aanwezigheid van de andere persoon.

    Idealiter leidt gepassioneerde liefde dan tot compassievolle liefde, die veel duurzamer is. Terwijl de meeste mensen relaties wensen die de veiligheid en stabiliteit van compassionate combineren met intense, gepassioneerde liefde, is Hatfield van mening dat dit zeldzaam is.

    The Color Wheel Model of Love

    In zijn boek uit 1973 The Colors of Love, psycholoog John Lee vergeleek liefdesstijlen met het kleurenwiel. Net zoals er drie primaire kleuren zijn, suggereerde Lee dat er drie primaire liefdesstijlen zijn. Deze drie liefdesstijlen zijn:

    1. Eros: De term eros komt van het Griekse woord dat 'gepassioneerd' of 'erotisch' betekent. Lee suggereerde dat dit soort liefde zowel fysieke als emotionele passie impliceert. 
    2. Ludos: Ludos komt van het Griekse woord dat 'wild' betekent. Deze vorm van liefde is opgevat als speels en leuk, maar niet noodzakelijk serieus. Degenen die deze vorm van liefde vertonen, zijn niet klaar voor toewijding en zijn op hun hoede voor te veel intimiteit.
    3. storge: Storge komt voort uit de Griekse term die 'natuurlijke genegenheid' betekent. Deze vorm van liefde wordt vaak vertegenwoordigd door familiale liefde tussen ouders en kinderen, broers en zussen en uitgebreide familieleden. Dit soort liefde kan zich ook ontwikkelen uit vriendschap, waarbij mensen die belangen en verplichtingen delen, geleidelijk genegenheid voor elkaar ontwikkelen.

    Voortgaand op de analogie van het kleurenwiel stelde Lee voor dat, net zoals de primaire kleuren kunnen worden gecombineerd om complementaire kleuren te creëren, deze drie primaire liefdesstijlen kunnen worden gecombineerd om negen verschillende secundaire liefdesstijlen te creëren. Bijvoorbeeld, het combineren van Eros en Ludos resulteert in manie of obsessieve liefde.

    Lee's 6 stijlen van liefhebben

    • Drie primaire stijlen:
      • 1. Eros - Liefdevolle een ideale persoon
      • 2. Ludos - Liefde als een spel
      • 3. Storge - Liefde als vriendschap
    • Drie secundaire stijlen:
      • 1. Manie (Eros + Ludos) - Obsessieve liefde
      • 2. Pragma (Ludos + Storge) - Realistische en praktische liefde
      • 3. Agape (Eros + Storge) - Onzelfzuchtige liefde

    Driehoekige Theorie van de Liefde

    Psycholoog Robert Sternberg stelde een driehoekstheorie voor die suggereert dat er drie componenten van liefde zijn:

    1. vertrouwelijkheid
    2. Passie
    3. Inzet

    Verschillende combinaties van deze drie componenten resulteren in verschillende soorten liefde. Bijvoorbeeld, het combineren van intimiteit en toewijding resulteert in toegewijde liefde, terwijl het combineren van passie en intimiteit leidt tot romantische liefde.

    Volgens Sternberg zijn relaties die op twee of meer elementen zijn gebaseerd duurzamer dan die op basis van één component. Sternberg gebruikt de term volle liefde om intimiteit, passie en toewijding te combineren. Hoewel dit soort liefde de sterkste en meest blijvende is, suggereert Sternberg dat dit soort liefde zeldzaam is.