Idiopathische Myelofibrosissymptomen en -behandeling
symptomen
Maar liefst 25% van de mensen met idiopathische myelofibrose heeft geen symptomen. Degenen die wel symptomen hebben, kunnen:- Een vergrote milt, die ongemak veroorzaakt in de linkerbovenbuik of pijn in de schouder linksboven
- Zwakte, vermoeidheid
- Kortademigheid
- Gewichtsverlies
- Nacht zweet
- Onverklaarbare bloeding
- Tumoren gemaakt van het ontwikkelen van bloedcellen die buiten het beenmerg kunnen ontstaan in elk weefsel in het lichaam
- Vertraging van de bloedtoevoer naar de lever, leidend tot een aandoening die "portale hypertensie" wordt genoemd
- Verstoorde aders in de slokdarm, bekend als slokdarmvarices, die kunnen scheuren en bloeden.
Diagnose
Voor die personen die geen symptomen hebben, kan idiopathische myelofibrose worden ontdekt wanneer een routinematig medisch onderzoek een vergrote milt en afwijkende bloedtestresultaten aantreft. Deze resultaten kunnen een lager aantal dan normaal aantal rode bloedcellen (die bloedarmoede veroorzaken), een hoger dan normaal aantal witte bloedcellen en een abnormaal aantal bloedplaatjes tonen (kan zowel hoog als laag zijn). Sommige individuen kunnen echter weinig verandering in het aantal bloedcellen vertonen.Wanneer een monster van het bloed van een persoon onder een microscoop wordt onderzocht, kunnen abnormale bloedcellen worden waargenomen. Andere bloedonderzoeken kunnen ook abnormaal zijn. Om de diagnose van idiopathische myelofibrose te helpen bevestigen, zal een stukje van het beenmerg (biopsie) worden afgenomen en onder de microscoop worden onderzocht op de aanwezigheid van fibrose.
Behandeling
Personen die in het algemeen geen symptomen hebben, worden niet behandeld. Bloedonderzoek wordt op regelmatige basis uitgevoerd om de stoornis te volgen.Voor degenen die symptomen hebben, is de behandeling gebaseerd op het verlichten van ongemak en het verminderen van het risico op complicaties. Personen met bloedarmoede kunnen ijzer, folaat en / of een bloedtransfusie krijgen. Sommigen kunnen worden behandeld met medicijnen, zoals Deltasone (prednison) of Zometa (zoledroninezuur).
Personen met een hoog aantal bloedcellen kunnen worden behandeld met medicijnen, zoals Hydrea (hydroxyurea), Agrylin (anagrelide) of interferon alfa.
Bij sommige personen moet de milt chirurgisch worden verwijderd (splenectomie), vooral als dit complicaties veroorzaakt. Andere behandelingen kunnen bestralingstherapie of beenmerg (stamcel) transplantatie omvatten.