Startpagina » fobieën » Waarom is informatieverwerking belangrijk voor fobieën?

    Waarom is informatieverwerking belangrijk voor fobieën?

    In de cognitieve psychologie is informatieverwerking een benadering om mentale processen te begrijpen alsof ze vergelijkbaar zijn met hoe een computer werkt. Helpen bij het genezen van fobieën kan in sommige opzichten worden beschouwd als het herstructureren van iemands "informatieverwerking" door een set gedachten te vervangen door een tweede, positievere set. 

    Wat zijn de 2 soorten informatieverwerking?

    Het brein wordt beschouwd als ongeveer gelijk aan een computer, waardoor de benodigde hardware voor het rekenproces wordt gegeven. Onze gedachten, gevoelens en emoties zijn de feitelijke berekeningen.

    Eén manier waarop informatieverwerking is geconceptualiseerd, is van onderaf of van boven naar beneden. Bij bottom-up-verwerking worden gegevens op hun eigen merites beoordeeld zonder vooroordelen of verwachtingen. In een ideale wereld zou een jury bijvoorbeeld alleen bottom-up-verwerking uitvoeren. Dat wil zeggen, ze zullen geen eerdere persoonlijke ervaringen of kennis gebruiken om een ​​beslissing te nemen, ze zouden alleen de details gebruiken die ze in de case hebben gepresenteerd.

    In de echte wereld lijkt ons denken echter van bovenaf. Onze vooropgezette ideeën zorgen ervoor dat we gegevens interpreteren en acties (gewoonten) uitvoeren volgens onze eerdere ervaringen. Dit soort verwerking is essentieel voor beslissingen die snel moeten worden genomen. In veel van onze dagelijkse levens is er eenvoudig geen tijd om elke mogelijke oplossing voor een probleem te analyseren met behulp van bottom-up-verwerking. 

    Wat heeft informatieverwerking te maken met fobieën?

    Bepaalde aspecten van informatieverwerkingsmodellen van cognitie kunnen van belang zijn voor het begrip en de behandeling van fobieën. Net als bij het debuggen van een computerprogramma, kunnen we mogelijk foutieve self-talk-berichten verwijderen en deze vervangen door gezondere gedachten, wat uiteindelijk leidt tot meer gepast gedrag en gevoelens.

    Toen Jessica bijvoorbeeld haar therapeut vertelde over een aanhoudende fobie van slangen, vermoedde de therapeut dat Jessica's negatieve mening en eerdere gedachten over slangen haar angst veroorzaakten. Met behulp van informatieverwerking heeft de therapeut van Jessica haar geleerd haar eerdere gedachten over slangen te vervangen door gezondere overtuigingen, en uiteindelijk te helpen haar manier van denken te herzien en haar angst kwijt te raken. Meer specifiek, in plaats van woorden als "eng" of "walgelijk" te associëren met het denken aan een slang, leerde Jessica over hen en leerde dat ze "behulpzaam" en "onschadelijk" kunnen zijn. 

    Van bijzonder belang voor onderzoekers is het evalueren van informatieverwerking bij sociale fobieën. Meerdere externe factoren (top-down denken) zijn betrokken bij de ontwikkeling van een sociale fobie. Een persoon kan bijvoorbeeld een eerdere pestervaring hebben gehad die angst veroorzaakte om een ​​groep te zijn, of ze zijn bang voor wat anderen denken, zeggen of doen. Vaak zijn het negatieve gedachten, vaak niet gebaseerd op de waarheid, die de fobie voortstuwen. Het herstructureren en rationaliseren van die gedachten is nuttig gebleken.