Startpagina » PTSS » Het effect van PTSS op de hippocampus van de hersenen

    Het effect van PTSS op de hippocampus van de hersenen

    Ontwikkelingen in medische technologie, zoals magnetische resonantie beeldvorming (MRI), hebben inzicht gegeven in de rol die de hersenen kunnen spelen in verschillende psychische stoornissen, zoals posttraumatische stressstoornis (PTSS). Onderzoekers hebben specifieke aandacht besteed aan de hippocampus in gevallen van PTSS.

    Wat is de Hippocampus?

    De hippocampus maakt deel uit van het limbisch systeem van de hersenen. Het limbisch systeem beschrijft een groep hersenstructuren die de hersenstam omringen. De hersenstructuren waaruit het limbisch systeem bestaat, spelen een grote rol in de manier waarop iemand bepaalde emoties (angst en woede), motivaties en geheugen ervaart.

    De hippocampus is verantwoordelijk voor de mogelijkheid om herinneringen op te slaan en op te halen. Mensen die een soort van schade aan hun hippocampus hebben ondervonden, hebben mogelijk moeite met het opslaan en terughalen van informatie. Samen met andere limbische structuren speelt de hippocampus ook een rol in het vermogen van een persoon om angstreacties te overwinnen.

    De rol van de Hippocampus bij PTSS

    Veel mensen met PTSS ervaren geheugengerelateerde problemen. Ze kunnen moeite hebben om bepaalde delen van hun traumatische gebeurtenis te herinneren. Als alternatief kunnen sommige herinneringen levendig zijn en altijd aanwezig zijn voor deze personen.

    Mensen met PTSS kunnen ook problemen hebben met het overwinnen van hun angstreactie op gedachten, herinneringen of situaties die doen denken aan hun traumatische gebeurtenis. Vanwege de rol van de hippocampus in het geheugen en de emotionele ervaring, wordt aangenomen dat sommige van de problemen die mensen met PTSS ervaren in de hippocampus liggen.

    Hoe kan PTSS de hippocampus beïnvloeden?

    Sommige studies suggereren dat constante stress de hippocampus kan beschadigen. Wanneer we stress ervaren, laat het lichaam een ​​hormoon cortisol vrij, dat nuttig is bij het mobiliseren van het lichaam om te reageren op een stressvolle gebeurtenis. Sommige dierstudies tonen echter aan dat hoge niveaus van cortisol cellen in de hippocampus kunnen beschadigen of vernietigen.

    Onderzoekers hebben ook gekeken naar de grootte van de hippocampus bij mensen met en zonder PTSS. Ze hebben ontdekt dat mensen met ernstige, chronische gevallen van PTSS kleinere hippocampi hebben. Dit geeft aan dat het ervaren van aanhoudende stress als gevolg van ernstige en chronische PTSS uiteindelijk de hippocampus kan beschadigen, waardoor deze kleiner wordt.

    Speelt de Hippocampus een rol bij het bepalen van het PTSS-risico??

    Niet iedereen die een traumatische gebeurtenis meemaakt, ontwikkelt PTSS. Daarom hebben onderzoekers ook voorgesteld dat de hippocampus een rol kan spelen bij het bepalen van wie het risico loopt om PTSS te ontwikkelen.

    In het bijzonder is het mogelijk dat het hebben van een kleinere hippocampus een teken kan zijn dat een persoon kwetsbaar is voor het ontwikkelen van een ernstig geval van PTSS na een traumatische gebeurtenis. Sommige mensen kunnen worden geboren met een kleinere hippocampus, wat hun vermogen om te herstellen van een traumatische ervaring zou kunnen verstoren, waardoor ze het risico lopen PTSS te ontwikkelen.

    Om dit te onderzoeken, richtte een studie zich op identieke tweelingen, waarbij één tweeling werd blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis (oorlog) en de andere niet-blootgesteld. Omdat ze dezelfde genen delen, kan het bestuderen van identieke tweelingen inzicht verschaffen in de invloed van genetica op het ontwikkelen van bepaalde aandoeningen.

    Bijvoorbeeld, in dit geval, als de persoon die PTSS heeft ontwikkeld een kleinere hippocampus heeft en een niet-traumatische blootgestelde tweeling heeft die een kleinere hippocampus heeft, zou het suggereren dat een kleinere hippocampus een teken kan zijn van een genetische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van PTSS na een traumatische ervaring.

    In feite is dit precies wat ze hebben gevonden. Mensen met ernstige PTSS hadden een kleinere hippocampus en ze hadden ook een niet-traumatische blootgestelde tweeling met een kleinere hippocampus. Bijgevolg kan een kleinere hippocampus een teken zijn dat een persoon kwetsbaar is of meer kans heeft om PTSS te ontwikkelen na een traumatische ervaring.

    Natuurlijk is het belangrijk om te onthouden dat tweelingen vaak dezelfde omgeving delen opgroeien, dus het is moeilijk om de rol van nature versus nurture in de grootte van de hippocampus van een persoon te onderscheiden. Het vonnis gaat dus nog steeds over de ware relatie tussen de hippocampus en PTSS.

    Hoe kan deze informatie worden gebruikt?

    Er is nog veel te leren over de rol die bepaalde delen van de hersenen spelen bij de vorming van PTSS. Weten hoe PTSS de hersenen beïnvloedt (en omgekeerd), is echter erg belangrijk om te bestuderen.

    Inzicht in welke delen van de hersenen invloed kunnen hebben op PTSS kan leiden tot de ontwikkeling van effectievere medicijnen voor de behandeling van de aandoening. Bovendien kan deze informatie ons ook helpen beter te identificeren wie het risico loopt om PTSS te ontwikkelen na een traumatische gebeurtenis.