Hoe culturen worden gebruikt om een groot aantal kwalen te diagnosticeren
Wat is een cultuur?
Een cultuurtest identificeert de oorzaak van de infectie en stelt de arts in staat een meer accurate diagnose te stellen en dienovereenkomstig medicatie voor te schrijven. Een cultuur bestaat uit het volgende:- Een container. Veel voorkomende containers zijn petrischalen en reageerbuisjes.
- Cultuur medium. Dit is de 'goo' waarin de organismen groeien. Er zijn meer dan 100 verschillende soorten kweekmedia ontworpen om de optimale omgeving te bieden voor een bepaald organisme om te groeien, van zout, tot suiker, tot mineralen, tot agar, een geleermiddel gebruikt om vaste culturen te maken.
- Een voorbeeld. Een cultuur moet een weefsel- of vloeistofmonster bevatten waarvan wordt vermoed dat het geïnfecteerd is.
Als de cultuur het organisme identificeert, kan het organisme worden blootgesteld aan verschillende medicijnen om te zien welke het meest effectief zijn. Dit staat bekend als het bepalen van de gevoeligheid van het organisme.
Soorten culturen
Er zijn drie soorten culturen: vaste stof, vloeistof en cel.- Vaste cultuur. Bacteriën en schimmels groeien op een oppervlak dat bestaat uit voedingsstoffen, zouten en agar, die is afgeleid van algen. Een enkele microbe volstaat om een hele kolonie te bouwen die bestaat uit duizenden cellen, wat vaste culturen bijzonder nuttig maakt. Verschillende organismen vertonen verschillende kleuren, vormen, maten en groeisnelheden, waardoor microbiologen een nauwkeurige diagnose kunnen stellen.
- Vloeibare cultuur. Een vloeibare cultuur wordt gekweekt in een vloeibaar mengsel van voedingsstoffen. Hoe meer organismen in de cultuur aanwezig zijn, hoe sneller de vloeistof troebel wordt. Vloeibare culturen zijn niet zo nuttig als vaste culturen omdat er vaak verschillende soorten organismen aanwezig zijn, waardoor het moeilijk is om een specifieke te lokaliseren. Ze worden het meest gebruikt om parasitaire infecties te diagnosticeren.
- Cel cultuur. In een celkweek worden menselijke en dierlijke cellen gebruikt om de celkweek te infecteren met de aanwezige organismen. De diagnose is gebaseerd op hoe de cellen worden beïnvloed. Celcultuurtesten zijn meer betrokken bij vaste en vloeibare culturen, dus ze worden gebruikt als een secundaire methode.