Startpagina » theorieën » Het sensorimotorische stadium van cognitieve ontwikkeling

    Het sensorimotorische stadium van cognitieve ontwikkeling

    Het sensorimotorische stadium is het vroegste in Piaget's theorie van cognitieve ontwikkeling. Hij beschreef deze periode als een tijd van enorme groei en verandering.

    Overzicht

    Tijdens deze eerste ontwikkelingsfase gebruiken kinderen de vaardigheden en vaardigheden waarmee ze zijn geboren (zoals kijken, zuigen, grijpen en luisteren) om meer over de omgeving te leren. Met andere woorden, zij ervaren de wereld en verwerven kennis door hun zintuigen en motorische bewegingen.

    Omdat kinderen interactie hebben met hun omgeving, ondergaan ze in een relatief korte tijd een verbluffende hoeveelheid cognitieve groei - het sensorimotorische stadium duurt van de geboorte tot ongeveer 2 jaar.

    Illustratie door Hugo Lin. © Verywell, 2018.

    substadia

    De sensorimotorische fase kan worden onderverdeeld in zes afzonderlijke subfasen die worden gekenmerkt door de ontwikkeling van een nieuwe vaardigheid:

    1. Reflexen (0-1 maand): Tijdens deze substage begrijpt het kind de omgeving puur door aangeboren reflexen zoals zuigen en kijken.
    2. Primaire circulaire reacties (1-4 maanden): Deze substage omvat coördinerende sensaties en nieuwe schema's. Een kind kan bijvoorbeeld per ongeluk zijn of haar duim opzuigen en daarna opzettelijk de actie herhalen. Deze acties worden herhaald omdat de baby ze aangenaam vindt.
    3. Secundaire circulaire reacties (4-8 maanden): Tijdens deze onderwerping wordt het kind meer gefocust op de wereld en begint met opzet een actie te herhalen om een ​​reactie in de omgeving te activeren. Een kind pakt bijvoorbeeld doelbewust een stuk speelgoed op om het in zijn mond te stoppen.
    4. Coördinatie van reacties (8-12 maanden): Tijdens deze substage begint het kind duidelijk opzettelijke acties te vertonen. Het kind kan ook schema's combineren om een ​​gewenst effect te bereiken. Kinderen beginnen de omgeving om zich heen te verkennen en imiteren vaak het waargenomen gedrag van anderen. Het begrip van objecten begint ook in deze periode en kinderen beginnen bepaalde objecten te herkennen als specifieke kwaliteiten. Een kind kan zich bijvoorbeeld realiseren dat een rammelaar een geluid maakt wanneer hij wordt geschud.
    1. Tertiaire circulaire reacties (12-18 maanden): Kinderen beginnen een periode van trial-and-error experimenten tijdens de vijfde substage. Een kind kan bijvoorbeeld verschillende geluiden of acties uitproberen als een manier om aandacht te krijgen van een verzorger.
    2. Early Representational Thought (18-24 maanden): Kinderen beginnen symbolen te ontwikkelen om gebeurtenissen of objecten in de wereld te vertegenwoordigen in de uiteindelijke sensorimotorische substage. Gedurende deze tijd beginnen kinderen te evolueren naar het begrijpen van de wereld door middel van mentale operaties in plaats van puur door acties.

    Object permanentie

    Volgens Piaget is het ontwikkelen van objectduurzaamheid een van de belangrijkste prestaties in het sensorimotorische ontwikkelingsstadium. Objectduurzaamheid is het begrip van een kind dat objecten blijven bestaan, ook al kunnen ze niet worden gezien of gehoord.

    Stel je een spelletje peekaboo voor, bijvoorbeeld. Een zeer jonge baby zal geloven dat de andere persoon of het andere object daadwerkelijk is verdwenen en geschokt of geschrokken zal reageren wanneer het object opnieuw verschijnt. Oudere baby's die objectduurzaamheid kennen, zullen zich realiseren dat de persoon of het object blijft bestaan, zelfs wanneer ze onzichtbaar is.

    Dit is een klassiek voorbeeld van hoe, tijdens deze fase, de kennis van een kind over de wereld beperkt is tot zijn of haar zintuiglijke waarnemingen en motorische activiteiten en hoe gedragingen beperkt zijn tot eenvoudige motorische reacties veroorzaakt door sensorische stimuli..

    Preoperational stadium van cognitieve ontwikkeling bij jonge kinderen