Startpagina » Kanker » Hoe straling werkt om borstkanker te bestrijden

    Hoe straling werkt om borstkanker te bestrijden

    Als u een zaklamp gebruikt in een donkere kamer, kunt u het licht zien als een straal, die u op objecten kunt richten. De straal van een zaklamp begint net zo groot als de lens en wordt breder totdat deze een oppervlak raakt, zoals de vloer of de muur. Als je het licht door een raam richt, gaat het door en verlicht wat er aan de buitenkant is.
    Stralingstherapie gedraagt ​​zich op een vergelijkbare manier als de zaklampstraal, maar het heeft veel meer energie en is niet zichtbaar voor onze ogen. Net als het licht van de zaklantaarn die door een raam gaat, passeert de stralingsbundel het borstweefsel wanneer het uw cellen raakt. Tijdens de behandeling zullen energierijke stralingsbundels zorgvuldig worden gericht op het gebied van de borst waaruit de kanker is verwijderd. Deze stralingsbundels zullen kankercellen en gezonde cellen aantasten.
    Kankercellen groeien en delen veel sneller dan gezonde cellen, en hun interne functies zijn niet goed georganiseerd. Dit maakt ze gevoeliger voor schade door bestraling, en daardoor minder in staat om zichzelf te herstellen en te herstellen. Dat is de reden dat ze zijn vernietigd door de straling.
    Gezonde cellen groeien en delen zich met een normale snelheid, en ze zijn goed georganiseerd en robuust. Als gezonde cellen naast kankercellen straling ontvangen, raken de gezonde cellen beschadigd, maar de meesten kunnen zichzelf herstellen en herstellen. Ze kunnen de bestralingsbehandeling overleven.

    Twee methoden voor straling

    Externe straling

     
    De meest gebruikte behandeling is uitwendige bestraling, gegeven als volledige borststraling (WBI) of gedeeltelijke borststraling (EB-PBI). Het wordt dagelijks gedurende 5 tot 7 weken gegeven en zou pijnloos moeten zijn. Uw arts zal uitleggen hoeveel straling nodig is en wat u kunt verwachten te ervaren. Zorg ervoor dat u vraagt ​​naar hoe u deze mogelijke bijwerkingen kunt voorkomen of ermee kunt omgaan:
    • huidveranderingen tijdens en na de behandeling
    • ongemak nabij recente chirurgische littekens
    • vermoeidheid door straling
    • zwelling of verstijving van borstweefsel
    • pijn in verband met straling
    • littekenweefsel in de longen of in het hart
    Interne straling (brachytherapie)
    Dit soort stralingsbehandeling komt minder vaak voor, maar kan aan het einde van een stralingskuur worden gebruikt als stimulans. Kleine stukjes radioactief materiaal, die soms zaden worden genoemd, zullen in je borst worden geplaatst, waar de tumor vroeger was. De straling van de zaden zal het weefsel om hen heen beïnvloeden, waaronder kankercellen. Wanneer de boosterbehandeling is voltooid, worden de zaden verwijderd.

    Hoe u weet welk type geschikt voor u is

    Als u praat met uw oncoloog, kunt u bepalen welke methode u het meeste voordeel oplevert en vermindert u het risico op een recidief. Een radiotherapeut kan u door het besluit- en behandelingsproces leiden en de resultaten van eventuele röntgenfoto's uitleggen die nodig kunnen zijn.