Medisch modelgebruik in psychologie
Een term bedacht door psychiater R.D. Laing, in De politiek van het gezin en andere essays (1971), een medisch model is een "set van procedures waarin alle artsen worden opgeleid."
De school van het medische model is dat psychische aandoeningen het product zijn van fysiologische factoren. Eenvoudig gesteld, behandelt het medische model psychische stoornissen als fysieke ziekten waarbij medicatie vaak wordt gebruikt in de behandeling.
Als het gaat om geestesziekten, behandelt het medische model, dat meer door psychiaters dan door psychologen wordt gebruikt, deze aandoeningen op dezelfde manier als een gebroken been.
Er zijn echter veel stromingen over het medische model in de psychiatrische wereld. Voorstanders van het medische model beschouwen symptomen gewoonlijk als veelbetekenende tekenen van de innerlijke lichamelijke aandoening en zijn van mening dat symptomen kunnen worden gekarakteriseerd als een syndroom.
Veronderstellingen van het medische model
- De biologische benadering van het medische model richt zich op genetica, neurotransmitters, neurofysiologie, neuroanatomie enz. Psychopathologie zegt dat aandoeningen een organische of fysieke oorzaak hebben. De benadering suggereert dat mentale condities gerelateerd zijn aan de fysieke structuur en het functioneren van de hersenen.
- Symptomen van psychische aandoeningen, zoals hallucinaties, kunnen worden aangemerkt als ziektebeelden die door de ziekte worden veroorzaakt. Deze symptomen stellen een psychiater in staat om een diagnose te stellen en een behandeling voor te schrijven.
Het gebruik van medicatie bij de behandeling op basis van het medische model
Gebaseerd op het medische model, zou een psychische aandoening gedeeltelijk moeten worden behandeld als een medische aandoening, meestal door het gebruik van voorgeschreven medicijnen.
Medicijnen voor psychische aandoeningen veranderen de chemie van de hersenen. In de meeste gevallen voegen of modificeren deze medicijnen een chemische stof die verantwoordelijk is voor problemen met stemming, perceptie, angst of andere problemen. In de juiste dosering kan medicatie een zeer positieve invloed hebben op het functioneren.
De hersenschemie van angststoornissen en fobieën
Studies hebben aangetoond dat diegenen die lijden aan angststoornissen, waaronder fobieën, een probleem hebben met de regulatie van serotoninespiegels in hun hersenen. Serotonine is een chemische stof die werkt als een neurotransmitter. Neurotransmitters moduleren de signalen tussen neuronen en andere cellen.
Serotonine werkt in de hersenen en, onder andere, gematigd stemming.
Een serotonineniveau dat te hoog of te laag is, kan zowel depressie als angst veroorzaken. Bijgevolg worden fobieën vaak behandeld met een klasse antidepressiva bekend als selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's).
Normaal wordt serotonine vrijgemaakt uit een zenuwcel in de synaptische opening tussen cellen. Het wordt herkend door de tweede zenuwcel, die vervolgens een signaal naar de hersenen stuurt. De serotonine wordt vervolgens opnieuw ingenomen door de eerste zenuwcel.
Een SSRI voorkomt dat een deel van de serotonine wordt geresorbeerd. Het blijft in de synaptische opening om de tweede zenuwcel verder te stimuleren. SSRI's zijn niet de enige medicijnen die worden gebruikt bij de behandeling van fobieën, maar behoren tot de meest effectieve.