Observatie studies
Er zijn veel verschillende soorten wetenschappelijke onderzoeken die onderzoekers informatie geven over de manier waarop het lichaam ouder wordt. Omdat veroudering een langdurig proces is, wordt longitudinaal onderzoek vaak gebruikt om een groep onderwerpen te volgen gedurende een bepaalde periode, meestal jaren.
Deze studies kunnen observatie of interventie omvatten. Wetenschappers kunnen longitudinaal onderzoek gebruiken om vragen te beantwoorden over het effect van bepaald gedrag, zoals regelmatige lichaamsbeweging of meditatie, of voedingsmiddelen - zoals chocolade of een mediterraan dieet, bijvoorbeeld - over de gezondheid van de deelnemers op de lange termijn..
In een observatie studie, er vindt geen interventie plaats. Terwijl de deelnemers gedetailleerde vragen beantwoorden over de levensstijl die wordt onderzocht, of metingen worden gedaan, wordt door de onderzoekers geen aanpassing van de gewoonte zelf voorgesteld. Tijdens de onderzoeksperiode worden de deelnemers opnieuw bezocht en opnieuw ondervraagd om de gewoonten die worden bestudeerd in kaart te brengen, en hun effecten.
Het Amerikaanse National Cancer Institute definieert bijvoorbeeld observationele studies als die waarin "biomedische en / of gezondheidsresultaten worden beoordeeld in vooraf gedefinieerde groepen van individuen." Groepen kunnen worden gedefinieerd (of gekozen) naar leeftijd, geslacht, beroep, waar ze leven, of misschien gegroepeerd volgens een ziekte of aandoening (bijvoorbeeld hartpatiënten of overlevenden van kanker).
Observationeel onderzoek is waardevol omdat het de mogelijkheid biedt om informatie te verzamelen in een grote populatie, over een lange periode van tijd. Er zijn echter nadelen. Enquêtes over leefstijlfactoren zijn afhankelijk van het feit dat de deelnemer zijn eigen gedrag onthoudt en accuraat rapporteert. Eliminerende verstorende factoren - dat wil zeggen, andere elementen die de uitkomst die wordt geanalyseerd kunnen beïnvloeden - is ook een uitdaging voor onderzoekers die observationele studies uitvoeren.
Om deze redenen zijn observationele studies het waardevolst om te achterhalen of factoren gecorreleerd zijn, dan om met zekerheid te bepalen welk gedrag een bepaald resultaat heeft veroorzaakt.
Vele studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat mensen die regelmatig chocolade eten een lagere incidentie van hart- en vaatziekten hebben, maar onderzoek heeft nog niet definitief vastgesteld dat de chocolade zelf verantwoordelijk is voor een betere gezondheid van het hart..
Een interventionele studie daarentegen zou twee groepen omvatten die uit soortgelijke mensen bestaan, die chocolade in vooraf bepaalde hoeveelheden geven aan de leden van de ene groep, maar niet aan de andere. Na verloop van tijd zouden metingen van de bloeddruk, bloedlipiden, enz. Worden uitgevoerd en de twee groepen zouden worden vergeleken om conclusies te trekken over het oorzakelijk verband - dat wil zeggen, de effecten veroorzaakt door de chocolade.
Observatiestudies zijn ook meer geschikt voor het onderzoeken van de effecten van negatieve leefstijlfactoren zoals roken of alcoholgebruik, waarbij interventioneel onderzoek (bijvoorbeeld het onderwerpen van onderwerpen aan roken of drinken) onethisch zou zijn.
Oorzaak en correlatie uitzoeken: een voorbeeld