Freud's Theory of the Id in Psychology
Volgens de psychoanalytische persoonlijkheidstheorie van Sigmund Freud is de id de persoonlijkheidscomponent die bestaat uit onbewuste psychische energie die werkt om te voldoen aan fundamentele driften, behoeften en verlangens. Het ID werkt op basis van het plezierprincipe, dat onmiddellijke bevrediging van behoeften vereist. Het ID is een van de drie hoofdcomponenten van persoonlijkheid gepostuleerd door Freud, de ID, het ego en het superego.
Een goed begrip van Freuds psychodynamische perspectief is belangrijk bij het leren over de geschiedenis van de psychologie. Je zult vaak referenties zien naar de id, ego en superego in de populaire cultuur en filosofie.
Illustratie door Emily Roberts, Verywell Freud en de Id, Ego en SuperegoWanneer verschijnt de id?
Freud vergeleek de persoonlijkheid met een ijsberg. Het topje van de ijsberg boven het water vertegenwoordigt bewust bewustzijn. Het grootste deel van de ijsberg onder het water symboliseert de onbewuste geest waarin alle verborgen verlangens, gedachten en herinneringen bestaan. Daar bevindt zich de ID.
Het ID is het enige deel van de persoonlijkheid dat bij de geboorte aanwezig is, volgens Freud. Hij suggereerde ook dat deze primitieve component van de persoonlijkheid volledig binnen het onbewuste bestond. De id fungeert als de drijvende kracht van persoonlijkheid. Het streeft er niet alleen naar om onze meest elementaire behoeften te vervullen, waarvan er vele direct verbonden zijn met overleven, maar ook biedt allemaal van de energie die nodig is om persoonlijkheid te drijven.
Tijdens de kindertijd, voordat de andere componenten van de persoonlijkheid zich beginnen te vormen, worden kinderen volledig geregeerd door de id. Bevrediging van de basisbehoeften voor eten, drinken en comfort is van het grootste belang.
Naarmate we ouder worden, zou het duidelijk problematisch zijn als we ernaar streven te voldoen aan de behoeften van de id wanneer we een drang, behoefte of verlangen voelden. Gelukkig ontwikkelen de andere componenten van persoonlijkheid zich naarmate we ouder worden, waardoor we de eisen van het ID kunnen beheersen en ons op sociaal acceptabele manieren kunnen gedragen.
Hoe de id werkt
De id handelt volgens het plezierprincipe, dat is het idee dat er onmiddellijk aan de behoeften moet worden voldaan. Als je honger hebt, laat het plezierprincipe je eten. Als je dorst hebt, motiveert het je om te drinken. Maar natuurlijk kunnen we onze driften niet altijd meteen bevredigen. Soms moeten we wachten tot het juiste moment of totdat we toegang hebben tot de dingen die aan onze behoeften voldoen.
Wanneer we niet in staat zijn om onmiddellijk aan een behoefte te voldoen, worden spanningsresultaten verkregen. De id vertrouwt op het primaire proces om de spanning tijdelijk te verlichten. Het primaire proces bestaat uit het creëren van een mentaal beeld door middel van dagdromen, fantaseren, hallucineren of een ander proces. Als je bijvoorbeeld dorst hebt, kun je gaan fantaseren over een groot, koud glas ijswater.
Observaties en citaten over de ID
In zijn boek 'Nieuwe inleidende lezingen over psychoanalyse' uit 1933 beschreef Freud de id als het 'donkere, ontoegankelijke deel van onze persoonlijkheid'. De enige echte manier om het id te observeren, stelde hij, was om de inhoud van dromen en neurotische gedragskenmerken te bestuderen. Freuds conceptie van het ID was dat het een reservoir van instinctieve energie was, aangedreven door het plezierprincipe dat werkt aan het vervullen van onze meest basale behoeften. Freud vergeleek het ook met een "ketel van ziedende excitaties" en beschreef de id als geen echte organisatie.
"Waar id is, zal er ego zijn."
(Sigmund Freud, 1933, "Nieuwe inleidende lezingen over psychoanalyse")
Dus hoe werken id en ego samen? Freud vergeleek hun relatie met die van een paard en ruiter. Het paard levert de energie die hen voortstuwt, maar het is de rijder die deze krachtige bewegingen begeleidt om de richting te bepalen. Soms kan de rijder echter de controle verliezen en vindt hij zichzelf gewoon voor de rit. Met andere woorden, soms moet het ego de id gewoon in de richting wijzen waarin hij wil gaan.
"Mensen leven echt met hun identiteitsband blootgesteld, ze zijn niet goed in het verbergen van wat er binnen gebeurt.
(Philip Seymour Hoffman) "
Freuds opvattingen over persoonlijkheid blijven controversieel, maar een basiskennis daarvan is belangrijk bij de bespreking van de psychoanalyse en de praktijk van de psychologie.