Problemen met prenatale ontwikkeling
In de meeste gevallen komt prenatale ontwikkeling normaal voor en volgt het de vastgestelde ontwikkelingspatronen met weinig variatie. Er zijn echter een aantal dingen die fout kunnen gaan in deze periode, die meestal worden veroorzaakt door genetica of milieuproblemen.
Genetische problemen
Zoals je je misschien kunt voorstellen, speelt de genetica een belangrijke rol in de ontwikkeling. In sommige gevallen kunnen echter genetische problemen ontstaan die van invloed kunnen zijn op zowel de huidige als de toekomstige ontwikkeling.
- Syndroom van Down: Het syndroom van Down is ook de meest voorkomende genetische anomalie tijdens de prenatale ontwikkeling. Het syndroom van Down wordt veroorzaakt door een extra kopie van de 21 chromosomen (wat betekent dat er drie chromosomen zijn in plaats van de gebruikelijke twee) en treft ongeveer 1 op de 1.000 baby's. Typische kenmerken van het syndroom van Down zijn afgevlakte gelaatstrekken, hartafwijkingen en verstandelijke beperkingen. Het risico op het krijgen van een kind met het syndroom van Down neemt toe met de leeftijd van de moeder.
- Overerfde ziektes: Een aantal ziekten kan worden geërfd als een of beide ouders een gen voor de ziekte dragen. Voorbeelden van erfelijke ziekten omvatten sikkelcelanemie, cystische fibrose en de ziekte van Tay-Sachs. Genetische tests kunnen vaak bepalen of een ouder drager is van genen voor een specifieke ziekte.
- Geslacht-chromosoom problemen: Het derde type genetische problemen heeft betrekking op geslachtschromosomen. Deze omvatten aandoeningen zoals het Klinefelter-syndroom (een extra X-chromosoom) en het syndroom van Turner (een enkel X-chromosoom).
Milieuproblemen
Omgevingsvariabelen kunnen ook een belangrijke rol spelen in de prenatale ontwikkeling. Schadelijke omgevingselementen die de foetus kunnen beïnvloeden zijn bekend teratogens. Er zijn een aantal teratogenen die de foetus kunnen schaden, waaronder:
- Maternaal medicijngebruik: Het gebruik van stoffen door de moeder kan verwoestende gevolgen hebben voor de foetus. Roken is gekoppeld aan een laag geboortegewicht, wat kan resulteren in een verzwakt immuunsysteem, slechte ademhaling en neurologische stoornissen. Alcoholgebruik kan leiden tot foetaal alcoholsyndroom, dat verband houdt met hartafwijkingen, misvormingen van het lichaam en mentale retardatie. Het gebruik van illegale psychoactieve drugs zoals cocaïne en methamfetamine houdt ook verband met een laag geboortegewicht en neurologische stoornissen.
- Maternale ziekte: Er zijn een aantal maternale ziekten die de foetus negatief kunnen beïnvloeden, waaronder herpes, rubella en aids. Herpes-virus is een van de meest voorkomende maternale ziekten en kan worden overgedragen aan de foetus, wat leidt tot doofheid, zwelling van de hersenen of mentale retardatie. Vrouwen met herpesvirus worden vaak aangemoedigd om via een keizersnede te leveren om overdracht van het virus te voorkomen.
De prenatale periode is een tijd van enorme groei en ook een grote kwetsbaarheid. Zoals je hebt gezien, zijn er een aantal gevaren die een potentieel risico kunnen vormen voor de groeiende foetus. Sommige van deze gevaren, zoals milieurisico's van teratogenen en drugsgebruik, kunnen worden voorkomen of tot een minimum worden beperkt. In andere gevallen kunnen genetische problemen eenvoudig onvermijdelijk zijn. In beide gevallen kan vroege prenatale zorg nieuwe moeders en kinderen helpen bij het omgaan met potentiële problemen met prenatale ontwikkeling.