Motiliteitsstoornis bij prikkelbare darmsyndroom (IBS)
Naast het voor de hand liggende lijkt deze motiliteitsstoornis al in de dunne darm te beginnen. Hier is wat u moet weten over mobiliteit, IBS en wat er mis kan gaan.
Motiliteitstriggers
Verschillende gemeenschappelijke factoren veroorzaken veranderingen in de motiliteit, of u nu IBS hebt of niet. Degenen die worden herkend om uw darmcontracties te versnellen of te vertragen zijn:- Aan het eten
- Spanning
- Emotionele reacties
- Hormonale veranderingen (vrouwen)
Motiliteit Dysfunctie Symptomen
Over het algemeen verschijnen er verschillende gebieden met dysfunctie bij het vergelijken van IBS-patiënten met gezonde personen. Dit is wat is waargenomen:Constipatie
- Er is een afname van het aantal darmcontracties
- Er is een langere tijd voor voedsel om door de dunne darm en de dikke darm te gaan, de zogenaamde transittijd
- Er is geen verschil in de tijd die de maag nodig heeft om te legen, de gastrische ledigingssnelheid
- Er is een toename van de contracties van sigmoïden (onderste deel van de dikke darm), die de stroom van ontlasting mogelijk verstoren
- De vertraging in transittijd draagt bij aan de ontwikkeling van kleine, moeilijk te passeren ontlasting
- De vertraagde transittijd draagt bij aan buikpijn
- Er kunnen snelle darmcontracties zijn
- Er is een kortere transittijd voor voedsel via de dunne darm en de dikke darm
- Er is geen verschil in maagledigingssnelheid, dus voedsel verlaat de maag niet sneller dan normaal.
- Er is geen verschil in ontlastingsgewicht
- De snelle transittijd draagt bij aan buikpijn
Motiliteit als een diagnostisch hulpmiddel
Nu voor het slechte nieuws: niets met IBS lijkt ooit duidelijk. Hoewel onderzoek de bovenstaande trends grotendeels heeft ondersteund, zijn er enkele inconsistenties geweest. Omdat deze motiliteitsverschillen lijken te zijn gebaseerd op gezond verstand, kan het zijn dat de inconsistenties in motiliteitsonderzoek eenvoudig te wijten zijn aan problemen bij het nauwkeurig meten van darmcontracties. Helaas bemoeilijken deze moeilijkheidsgraad en het bestaan van deze inconsistente bevindingen de meting van de beweeglijkheid als een definitief hulpmiddel (biologische marker) voor een IBS-diagnose.Toekomstig onderzoek
Het goede nieuws is dat hoewel mobiliteitsproblemen een groot deel van het vroege onderzoek naar IBS uitmaken, het onderzoek zich sindsdien heeft uitgebreid naar meer complexe gebieden. Er wordt nu gedacht dat de motiliteitsdisfunctie in IBS is verweven met viscerale gevoeligheidsproblemen, die beide worden beïnvloed door disfunctie in de complexe verbindingen tussen de hersenen (centraal zenuwstelsel) en de darm (enterisch zenuwstelsel).Als er nieuwe aanwijzingen komen over de redenen achter de motiliteitsstoornis die wordt waargenomen in IBS, opent dit de mogelijkheden voor effectievere behandelstrategieën..