Murray's Theory of Psychogenic Needs
De Amerikaanse psycholoog Henry Murray (1893-1988) ontwikkelde een persoonlijkheidstheorie die was georganiseerd op basis van motieven, persen en behoeften. Murray beschreef een behoefte als een "potentialiteit of bereidheid om op een bepaalde manier te reageren onder bepaalde omstandigheden" (1938).
Theorieën over persoonlijkheid gebaseerd op behoeften en motieven suggereren dat onze persoonlijkheden een weerspiegeling zijn van gedrag dat door behoeften wordt beheerst. Terwijl sommige behoeften tijdelijk zijn en veranderen, zitten andere behoeften dieper in onze aard. Volgens Murray functioneren deze psychogene behoeften meestal op het onbewuste niveau, maar spelen ze een grote rol in onze persoonlijkheid.
Murray's soorten behoeften
Murray heeft behoeften geïdentificeerd als een van de twee typen:
- Primaire behoeften: Primaire behoeften zijn basisbehoeften die gebaseerd zijn op biologische eisen, zoals de behoefte aan zuurstof, voedsel en water.
- Secundaire behoeften: Secundaire behoeften zijn over het algemeen psychologisch, zoals de behoefte aan koestering, onafhankelijkheid en prestatie. Hoewel deze behoeften misschien niet essentieel zijn voor basale overleving, zijn ze essentieel voor psychisch welbevinden.
Lijst met psychogene behoeften
Het volgende is een gedeeltelijke lijst van 24 behoeften geïdentificeerd door Murray en zijn collega's. Volgens Murray hebben alle mensen deze behoeften, maar elk individu heeft de neiging om een bepaald niveau van elke behoefte te hebben. Het unieke niveau van behoeften van elke persoon speelt een rol bij het vormen van zijn of haar individuele persoonlijkheid.
Ambition Needs
De ambitiebehoeften houden verband met de behoefte aan prestatie en erkenning. De behoefte aan prestatie wordt vaak uitgedrukt door te slagen, doelen te bereiken en obstakels te overwinnen. Aan de behoefte aan erkenning wordt tegemoet gekomen door het verkrijgen van een sociale status en het tonen van prestaties. Soms vereist de ambitie zelfs een behoefte aan tentoonstelling, of de wens om andere mensen te choqueren en te laten trillen.
Materialistische behoeften
De materialistische behoeften concentreren zich op acquisitie, constructie, orde en retentie. Deze behoeften hebben vaak betrekking op het verkrijgen van artikelen, zoals het kopen van materiële objecten die we verlangen. In andere gevallen dwingen deze behoeften ons ertoe nieuwe dingen te creëren. Het verkrijgen en maken van items is een belangrijk onderdeel van de materialistische behoeften, maar het houden van objecten en het organiseren ervan is ook belangrijk.
Stroomverbruik
De krachtbehoeften hebben de neiging zich te concentreren op onze eigen onafhankelijkheid en op onze behoefte om anderen te beheersen. Murray geloofde dat autonomie een krachtige behoefte was die het verlangen naar onafhankelijkheid en verzet met zich meebracht. Andere belangrijke machtsbehoeften die hij identificeerde, omvatten vernedering (belijden en excuses aanbieden), agressie (aanvallen aanvallen of anderen belachelijk maken), verwijten vermijden (de regels volgen en verwijten vermijden), eerbied (gehoorzamen en samenwerken met anderen) en dominantie (anderen controleren).
Genegenheid
De affectiebehoeften zijn gecentreerd op ons verlangen om lief te hebben en bemind te worden. We hebben behoefte aan aansluiting en zoeken het gezelschap van andere mensen. Koestering, of zorgen voor andere mensen, is ook belangrijk voor psychisch welbevinden. De behoefte aan hulpverlening wordt geholpen door anderen of door anderen beschermd. Murray suggereerde ook dat spelen en plezier maken met andere mensen ook een kritische genegenheid was.
Hoewel de meeste affectie een centrum nodig heeft om relaties en relaties op te bouwen, erkent Murray ook dat afwijzing ook een behoefte kan zijn. Soms is het verwijderen van mensen een belangrijk onderdeel van het onderhouden van mentale welzijn. Ongezonde relaties kunnen een groot nadeel zijn voor het welzijn van een persoon, dus soms kan het weten wanneer weglopen belangrijk kan zijn.
Informatiebehoeften
De informatiebehoefte draait om zowel kennis vergaren en delen met anderen. Volgens Murray hebben mensen een aangeboren behoefte om meer te weten te komen over de wereld om hen heen. Hij verwees naar kennis als de behoefte om kennis te zoeken en vragen te stellen. Naast het verkrijgen van kennis, geloofde hij ook dat mensen behoefte hebben aan wat hij de expositie noemde, of de wens om te delen wat ze met anderen hebben geleerd..
Invloeden op psychogene behoeften
Elke behoefte is belangrijk op zichzelf, maar Murray geloofde ook dat behoeften met elkaar in verband kunnen staan, andere behoeften kunnen ondersteunen en in conflict kunnen zijn met andere behoeften. Bijvoorbeeld, de behoefte aan dominantie kan in strijd zijn met de behoefte aan affiliatie wanneer overdreven controlerend gedrag vrienden, familie en romantische partners wegjaagt. Murray geloofde ook dat omgevingsfactoren een rol spelen in de manier waarop deze psychogene behoeften worden weergegeven in gedrag. Murray noemde deze omgevingskrachten 'persen'.
Onderzoek naar psychogene behoeften
Andere psychologen hebben Murray's psychogene behoeften onderworpen aan aanzienlijk onderzoek. Uit onderzoek naar de behoefte aan prestaties is bijvoorbeeld gebleken dat mensen met een hoge behoefte aan prestatie over het algemeen meer uitdagende taken selecteren. Studies naar de behoefte aan aansluiting hebben aangetoond dat mensen die hoog scoren op affiliatieaanvragen doorgaans grotere sociale groepen hebben, meer tijd in sociale interactie doorbrengen, en meer kans hebben op eenzaamheid als ze worden geconfronteerd met weinig sociaal contact.