Startpagina » theorieën » Wat is Brain Plasticity?

    Wat is Brain Plasticity?

    Brain plasticiteit, ook bekend als neuroplasticiteit, is een term die verwijst naar het vermogen van de hersenen om te veranderen en aan te passen als een resultaat van ervaring. Wanneer mensen zeggen dat de hersenen plasticiteit bezitten, suggereren ze niet dat de hersenen vergelijkbaar zijn met plastic. neuro verwijst naar neuronen, de zenuwcellen die de bouwstenen zijn van de hersenen en het zenuwstelsel, en kneedbaarheid verwijst naar de kneedbaarheid van de hersenen.

    Geschiedenis en onderzoek naar hersenplasticiteit

    Tot de jaren zestig geloofden onderzoekers dat veranderingen in de hersenen alleen tijdens de kindertijd en de kindertijd konden plaatsvinden. Tegen de vroege volwassenheid werd aangenomen dat de fysieke structuur van de hersenen overwegend permanent was. Modern onderzoek heeft aangetoond dat de hersenen nieuwe neurale paden blijven creëren en bestaande veranderen en aanpassen om zich aan nieuwe ervaringen aan te passen, nieuwe informatie te leren en nieuwe herinneringen te creëren.

    Psycholoog William James suggereerde dat het brein misschien niet zo onveranderlijk was als eerder werd gedacht in 1890. In zijn boek 'The Principles of Psychology' schreef hij: 'Organische materie, met name zenuwweefsel, lijkt begiftigd met een zeer buitengewone mate van plasticiteit ." Dit idee werd echter jarenlang grotendeels genegeerd.

    In de jaren 1920 verschafte onderzoeker Karl Lashley bewijs van veranderingen in de neurale paden van rhesusapen. Tegen de jaren zestig begonnen onderzoekers gevallen te onderzoeken waarin oudere volwassenen die zware slagen hadden gehad, weer konden functioneren, wat aantoont dat het brein veel beter kneedbaar was dan eerder werd gedacht. Moderne onderzoekers hebben ook bewijs gevonden dat het brein zich na beschadiging opnieuw kan bedraden.

    Redenen waarom de hersenen als onveranderlijk werden beschouwd

    In zijn baanbrekende boek 'De hersenen die zichzelf verandert: verhalen over persoonlijke triomf van de grenzen van de hersenwetenschap', suggereert Norman Doidge dat deze overtuiging dat het brein niet in staat was om te veranderen voornamelijk afkomstig was van drie belangrijke bronnen, waaronder:

    • Het oude geloof dat het brein veel op een buitengewone machine leek, in staat om dingen te verrassen die nog niet in staat zijn tot groei en verandering.
    • De observatie dat mensen die ernstige hersenschade hadden gehad, vaak niet konden herstellen.
    • Het onvermogen om de microscopische activiteiten van de hersenen daadwerkelijk waar te nemen, speelde een rol bij het idee dat de hersenen relatief gefixeerd waren.

    Dankzij moderne technologische vooruitgang, kunnen onderzoekers een nog nooit eerder mogelijk beeld krijgen van de innerlijke werking van de hersenen. Toen de studie van de moderne neurowetenschap opbloeide, toonden onderzoekers aan dat mensen niet beperkt zijn tot de mentale vermogens waarmee ze worden geboren en dat beschadigde hersenen vaak behoorlijk in staat zijn tot opmerkelijke verandering.

    Hoe Brain Plasticity werkt

    Het menselijk brein bestaat uit ongeveer 86 miljard neuronen. Vroege onderzoekers geloofden dat neurogenese, of het ontstaan ​​van nieuwe neuronen, kort na de geboorte stopte. Vandaag is het duidelijk dat de hersenen over het opmerkelijke vermogen beschikken om paden te reorganiseren, nieuwe verbindingen te creëren en in sommige gevallen zelfs nieuwe neuronen te creëren..

    Kenmerken van neuroplasticiteit

    Er zijn enkele bepalende kenmerken van neuroplasticiteit, waaronder:

    1. Het kan variëren naar leeftijd. Hoewel plasticiteit optreedt gedurende de hele levensduur, zijn bepaalde soorten veranderingen meer overheersend tijdens specifieke levensduren. De hersenen hebben de neiging om veel te veranderen tijdens de eerste levensjaren, bijvoorbeeld als het onvolgroeide brein groeit en zich organiseert. Over het algemeen zijn jonge hersenen doorgaans gevoeliger en reageren ze op ervaringen dan veel oudere hersenen.
    2. Het omvat verschillende processen. Plasticiteit is gedurende het hele leven aan de gang en betreft hersencellen anders dan neuronen, waaronder gliale en vasculaire cellen.
    3. Het kan om twee verschillende redenen gebeuren. Plasticiteit kan optreden als gevolg van leren, ervaring en geheugenvorming, of als gevolg van schade aan de hersenen. Terwijl mensen altijd dachten dat het brein na een bepaalde leeftijd vastliep, heeft nieuw onderzoek aangetoond dat het brein nooit stopt met veranderen als reactie op leren. In gevallen van schade aan de hersenen, zoals tijdens een beroerte, kunnen de delen van de hersenen die geassocieerd zijn met bepaalde functies beschadigd raken. Uiteindelijk kunnen gezonde delen van de hersenen die functies overnemen en kunnen de vaardigheden worden hersteld.
    1. Omgeving speelt een essentiële rol in het proces. Genetica kan ook een invloed hebben. De interactie tussen de omgeving en de genetica speelt ook een rol bij het vormgeven van de plasticiteit van de hersenen.
    2. Plasticiteit van hersenen is niet altijd goed. Hersenkraken worden vaak gezien als verbeteringen, maar dit is niet altijd het geval. In sommige gevallen kunnen de hersenen worden beïnvloed door psychoactieve stoffen of pathologische aandoeningen die kunnen leiden tot schadelijke effecten op de hersenen en het gedrag.

    Typen Brain Plasticity

    Er zijn twee soorten neuroplasticiteit, waaronder:

    • Functionele plasticiteit: Het vermogen van de hersenen om functies te verplaatsen van een beschadigd gedeelte van de hersenen naar andere onbeschadigde gebieden.
    • Structurele plasticiteit: Het vermogen van de hersenen om zijn fysieke structuur als gevolg van leren daadwerkelijk te veranderen.

    Hoe onze hersenen veranderen

    De eerste jaren van het leven van een kind zijn een tijd van snelle hersengroei. Bij de geboorte heeft elk neuron in de hersenschors naar schatting 2.500 synapsen; tegen de leeftijd van drie is dit aantal uitgegroeid tot maar liefst 15.000 synapsen per neuron.

    De gemiddelde volwassene heeft echter ongeveer de helft van dat aantal synapsen. Waarom? Omdat naarmate we nieuwe ervaringen opdoen, sommige verbindingen worden versterkt terwijl andere worden geëlimineerd. Dit proces staat bekend als synaptisch snoeien. Neuronen die vaak worden gebruikt, ontwikkelen sterkere verbindingen en die die zelden of nooit worden gebruikt, gaan uiteindelijk dood. Door nieuwe verbindingen te ontwikkelen en zwakke zwakheden weg te snoeien, kunnen de hersenen zich aanpassen aan de veranderende omgeving.