Wat is de sociaal-culturele theorie?
Socioculturele theorie is een opkomende theorie in de psychologie die kijkt naar de belangrijke bijdragen die de maatschappij aan individuele ontwikkeling levert. Deze theorie benadrukt de interactie tussen ontwikkelende mensen en de cultuur waarin zij leven. Socioculturele theorie suggereert ook dat menselijk leren grotendeels een sociaal proces is.
Illustratie door Brianna Gilmartin, VerywellEen inleiding tot de sociaal-culturele theorie
De sociaal-culturele theorie groeide uit het werk van rudimentair psycholoog Lev Vygotsky, die geloofde dat ouders, verzorgers, leeftijdsgenoten en de cultuur in het algemeen verantwoordelijk waren voor het ontwikkelen van hogere orde functies.
Volgens Vygotsky heeft leren zijn basis in de omgang met andere mensen. Zodra dit is gebeurd, wordt de informatie vervolgens geïntegreerd op individueel niveau:
Vygotsky was een tijdgenoot van andere grote denkers zoals Freud, Skinner en Piaget, maar zijn vroege dood op 37-jarige leeftijd en de onderdrukking van zijn werk in het stalinistische Rusland hebben hem tot vrij recent in relatieve onbekendheid achtergelaten. Naarmate zijn werk op grotere schaal werd gepubliceerd, zijn zijn ideeën steeds meer invloedrijk geworden op gebieden als ontwikkeling van kinderen, cognitieve psychologie en educatie.
Socioculturele theorie richt zich niet alleen op hoe volwassenen en leeftijdsgenoten het individuele leren beïnvloeden, maar ook op hoe culturele overtuigingen en attitudes van invloed zijn op hoe instructie en leren plaatsvindt.
Volgens Vygotsky worden kinderen geboren met fundamentele biologische beperkingen aan hun hoofd. Elke cultuur biedt echter wat hij 'hulpmiddelen voor intellectuele aanpassing' noemde. Met deze hulpmiddelen kunnen kinderen hun basale mentale vermogens gebruiken op een manier die aangepast is aan de cultuur waarin zij leven. Hoewel een cultuur bijvoorbeeld geheugenstrategieën kan benadrukken, zoals het maken van notities, kunnen andere culturen tools gebruiken zoals herinneringen of rote memorization..
Piaget vs. Vygotsky: belangrijke verschillen
Dus hoe verschilt de socioculturele theorie van Vygotsky van Piaget's theorie van cognitieve ontwikkeling?
Ten eerste legde Vygotsky meer nadruk op hoe sociale factoren de ontwikkeling beïnvloeden. Hoewel de theorie van Piaget benadrukte hoe de interacties en verkenningen van een kind de ontwikkeling beïnvloedden, benadrukte Vygotsky de essentiële rol die sociale interacties spelen bij cognitieve ontwikkeling.
Een ander belangrijk verschil tussen de twee theorieën was dat terwijl Piaget's theorie suggereert dat ontwikkeling grotendeels universeel is, Vygotsky suggereerde dat cognitieve ontwikkeling kan verschillen tussen verschillende culturen. De ontwikkeling in een westerse cultuur kan bijvoorbeeld anders zijn dan in een oosterse cultuur.
Piaget's Vier fasen van cognitieve ontwikkelingDe zone van proximale ontwikkeling
Een belangrijk concept in de sociaal-culturele theorie staat bekend als de zone van proximale ontwikkeling.
Volgens Vygotsky is de zone van proximale ontwikkeling "de afstand tussen het feitelijke ontwikkelingsniveau zoals bepaald door onafhankelijke probleemoplossing en het niveau van potentiële ontwikkeling zoals bepaald door probleemoplossing onder begeleiding van volwassenen of in samenwerking met meer capabele leeftijdsgenoten."
In wezen omvat het alle kennis en vaardigheden die een persoon nog niet zelf kan begrijpen of uitvoeren, maar in staat is om met begeleiding te leren. Omdat kinderen hun vaardigheden en kennis mogen uitrekken, vaak door iemand te observeren die iets geavanceerder is dan zij, kunnen ze deze zone van proximale ontwikkeling geleidelijk uitbreiden..
Onderzoek naar de zone van proximale ontwikkelingObservaties over sociale leertheorie
In zijn tekst, 'Social and Personality Development', legt auteur David R. Shaffer uit dat terwijl Piaget geloofde dat cognitieve ontwikkeling tamelijk universeel was, Vygotsky geloofde dat elke cultuur unieke verschillen vertoont. Omdat culturen zo dramatisch kunnen variëren, suggereert Vygotsky's sociaal-culturele theorie dat zowel het verloop als de inhoud van intellectuele ontwikkeling niet zo universeel zijn als Piaget geloofde.
Praktische toepassingen voor de socioculturele theorie van Vygotsky
De socioculturele theorie is de afgelopen jaren populair geworden, vooral in educatieve omgevingen. Enkele voorbeelden van hoe deze theorie in de praktijk kan worden toegepast:
In het klaslokaal
Het begrijpen van de niveaus van de zone van proximale ontwikkeling kan nuttig zijn voor leraren. In de instellingen van de klas kunnen leraren eerst de leerlingen beoordelen om hun huidige vaardigheidsniveau te bepalen. Zodra dit is vastgesteld, kunnen docenten dan instructies aanbieden die de grenzen van de mogelijkheden van elk kind verlengen. In het begin kan de student hulp nodig hebben van een volwassen of meer ervaren peer, maar uiteindelijk zal hun zone van proximale ontwikkeling zich uitbreiden.
- Leraren kunnen hun instructie en lessen plannen. De docent kan de klas bijvoorbeeld indelen in groepen waar minder bekwame kinderen worden gekoppeld aan studenten met een hoger vaardigheidsniveau.
- Hints, prompts en directe instructies kunnen worden gebruikt om kinderen te helpen hun vaardigheidsniveaus te verbeteren.
- Opvoeders kunnen ook gebruik maken van het concept scaffholding, waarbij de leraar aanwijzingen geeft om het kind progressief naar een doel te verplaatsen.
Socialiseren en spelen
De theorie van Vygotky benadrukte ook het belang van leren bij het leren. Leraren en ouders kunnen deze kennis gebruiken door kinderen veel speelmogelijkheden te bieden. Vygotsky geloofde dat kinderen door middel van spelen en fantaseren hun conceptuele vermogens en kennis van de wereld verder konden uitrekken.
Soorten spelen die verder kunnen leren, omvatten denkbeeldig spel, rollenspel, games en reinacties van echte gebeurtenissen. Dergelijke activiteiten helpen de groei van abstracte gedachten bevorderen.