Startpagina » Psychologie » Wat is een zelfconcept?

    Wat is een zelfconcept?

    Zelfconcept is het beeld dat we van onszelf hebben. Hoe ontstaat en verandert dit zelfbeeld in de loop van de tijd? Dit beeld ontwikkelt zich op verschillende manieren maar wordt vooral beïnvloed door onze interacties met belangrijke mensen in ons leven.

    Zelfconcept definiëren

    Zelfconcept wordt over het algemeen gezien als onze individuele perceptie van ons gedrag, onze vermogens en unieke kenmerken. Het is in wezen een mentaal beeld van wie je bent als persoon. Bijvoorbeeld, overtuigingen zoals "Ik ben een goede vriend" of "Ik ben een aardig persoon" maken deel uit van een algemeen zelfconcept.

    Het zelfconcept is doorgaans beter kneedbaar wanneer mensen jonger zijn en nog steeds door het proces van zelfontdekking en identiteitsvorming gaan. Naarmate mensen ouder worden, worden zelfpercepties veel gedetailleerder en beter georganiseerd naarmate mensen een beter idee krijgen van wie ze zijn en wat belangrijk voor hen is.

    Volgens het boek "Essential Social Psychology" van Richard Crisp en Rhiannon Turner:

    • Het individuele zelf bestaat uit attributen en persoonlijkheidskenmerken die ons onderscheiden van andere individuen. Voorbeelden zijn introversie of extraversie.
    • Het relationele zelf wordt bepaald door onze relaties met belangrijke anderen. Voorbeelden zijn broers en zussen, vrienden en echtgenoten.
    • Het collectieve zelf weerspiegelt ons lidmaatschap in sociale groepen. Voorbeelden zijn Brits, Republikeins, Afro-Amerikaans of homo.

    Op zijn meest elementaire, zelfconcept is een verzameling overtuigingen die men heeft over zichzelf en de reacties van anderen. Het belichaamt het antwoord op de vraag "Wie ben ik?"

    Theorieën van het zelfconcept

    Net als veel andere onderwerpen binnen de psychologie hebben een aantal theoretici verschillende manieren van denken over zelfconcept voorgesteld. Volgens een theorie bekend als sociale identiteitstheorie, zelfconcept bestaat uit twee hoofdonderdelen: persoonlijke identiteit en sociale identiteit.

    Persoonlijke identiteit omvat de eigenschappen en andere kenmerken die elke persoon uniek maken. Sociale identiteit verwijst naar hoe we ons identificeren met een collectief, zoals een gemeenschap, religie of politieke beweging.

    Psycholoog dr. Bruce A. Bracken suggereerde in 1992 dat er zes specifieke domeinen zijn gerelateerd aan zelfconcept:

    • Sociaal: het vermogen om met anderen te communiceren
    • Competentie: het vermogen om aan de basisbehoeften te voldoen
    • Affect: het bewustzijn van emotionele toestanden
    • Lichamelijk: gevoelens over uiterlijk, gezondheid, fysieke conditie en algehele uitstraling
    • Academisch: succes of falen op school
    • Familie: hoe goed functioneert iemand binnen het gezin

    De humanistische psycholoog, Carl Rogers, geloofde dat er drie verschillende delen van het zelfconcept waren:

    • Zelfbeeld, of hoe je jezelf ziet. Het zelfbeeld van elk individu is een mengeling van verschillende attributen, waaronder onze fysieke kenmerken, persoonlijkheidskenmerken en sociale rollen. Zelfbeeld valt niet noodzakelijk samen met de realiteit. Sommige mensen hebben misschien een opgeblazen zelfbeeld van zichzelf, terwijl anderen de tekortkomingen en zwakheden die anderen niet zien, kunnen waarnemen of overdrijven..
    • Zelfvertrouwen, of hoeveel waardeer je jezelf. Een aantal factoren kan van invloed zijn op het zelfrespect, inclusief hoe we onszelf met anderen vergelijken en hoe anderen op ons reageren. Wanneer mensen positief op ons gedrag reageren, hebben we een grotere kans op het ontwikkelen van een positief zelfbeeld. Wanneer we onszelf vergelijken met anderen en merken dat we tekortschieten, kan dit een negatief effect hebben op ons zelfrespect.
    • Ideale zelf, of hoe je wilt dat je zou kunnen zijn. In veel gevallen komt de manier waarop we onszelf zien en hoe we onszelf graag zouden zien niet helemaal overeen.

    Congruentie en incongruentie

    Zoals eerder vermeld, zijn onze zelfconcepten niet altijd perfect afgestemd op de realiteit. Sommige studenten geloven misschien dat ze geweldig zijn in academici, maar de transcripties op school kunnen een ander verhaal vertellen.

    Volgens Carl Rogers staat de mate waarin het zelfconcept van een persoon overeenkomt met de werkelijkheid bekend als congruentie en incongruentie.

    Hoewel we allemaal de neiging hebben om de werkelijkheid tot op zekere hoogte te vervormen, ontstaat congruentie wanneer het zelfconcept redelijk goed is afgestemd op de realiteit. Incongruentie vindt plaats als de realiteit niet overeenstemt met ons zelfbeeld.

    Rogers geloofde dat incongruentie zijn vroegste wortels heeft in de kindertijd. Wanneer ouders voorwaarden stellen aan hun genegenheid voor hun kinderen (waarbij ze alleen liefde uiten als kinderen het 'verdienen' door bepaalde gedragingen en voldoen aan de verwachtingen van de ouders), beginnen kinderen de herinneringen aan ervaringen te vervormen waardoor ze zich onwaardig voelen voor de ouders. liefde.

    Onvoorwaardelijke liefde, aan de andere kant, helpt om congruentie te bevorderen. Kinderen die zo'n liefde ervaren, voelen geen behoefte om hun herinneringen voortdurend te vervormen om te geloven dat andere mensen ze zullen liefhebben en accepteren zoals ze zijn.

    Persoonlijkheid definiëren in de psychologie