Het doel van universele voorzorgsmaatregelen
Met andere woorden, universele voorzorgsmaatregelen gaan ervan uit dat alle lichaamsvloeistoffen gevaarlijk zijn. Van medische professionals wordt dan verwacht dat ze deze vloeistoffen overeenkomstig behandelen. Dit beschermt niet alleen zorgverleners. Het heeft ook een maatschappelijk voordeel. Door dezelfde procedures op iedereen toe te passen, d.w.z.. universeel, het gebruik van universele voorzorgsmaatregelen vermindert het stigma. Hoe? Vóór universele voorzorgsmaatregelen was een arts die handschoenen en een masker droeg een signaal dat zijn patiënt iets 'gevaarlijk' had. Nu dragen artsen handschoenen en andere geschikte beschermende kleding voor iedereen. Wanneer zorgaanbieders handschoenen dragen, betekent dit gewoon dat ze de regels volgen. De beschermende apparaten zijn geen signaal dat een patiënt een gestigmatiseerde aandoening heeft zoals HIV. In de meeste gevallen zijn de beschermingen voor mensen met infectieziekten hetzelfde als voor mensen zonder hen. Dat is het volledige doel van universele voorzorgsmaatregelen.
Geschiedenis
OSHA verplichtte het gebruik van universele voorzorgsmaatregelen als een vorm van infectiebeheersing in de vroege jaren negentig. De verandering vond plaats nadat duidelijk werd dat HIV zich verspreidde door blootstelling aan bloed en bepaalde andere lichaamsvloeistoffen. Enkele decennia later is het verbazingwekkend om je voor te stellen dat er een tijd was dat doktoren niet regelmatig de handen uit de mouwen steken. Tegenwoordig is de gedachte aan een medische aanbieder die geen handschoenen draagt genoeg om veel mensen te laten kronkelen. Universele voorzorgsmaatregelen gingen heel snel van een grote verandering naar een feit van het leven.Een van de meest interessante aspecten van het mandaat om universele voorzorgsmaatregelen te gebruiken, is hoe lang het duurde om op zijn plaats te gaan. Het CDC-document uit 1987 waarop de OSHA-normen zijn gebaseerd expliciet erkent het feit dat medische geschiedenis en onderzoek geen betrouwbare methoden zijn om door bloed overgedragen ziekten te identificeren. Met andere woorden, artsen wisten al jaren dat er geen goede manier was om te vertellen welke patiënten infectueus bloed zouden kunnen hebben. Maar het duurde een tijdje om die kennis om te zetten in een verandering in de praktijk.
Het is een feit dat het tijd kost om door bloed overgebrachte ziekten te detecteren. Dit is nog steeds waar. Kijk maar naar het geval van HIV. Er zijn speciale tests nodig om het virus te detecteren tijdens de eerste weken van HIV-infectie. Dat is ook een probleem voor verschillende andere ziekten. Wanneer tests niet meteen kloppen, weet je nooit of er een risico op blootstelling bestaat. Dus behandel je iedereen alsof ze een risico vormen.